home button

Plaswijckpark

Plaswijck wandel- en dierenpark

 

Adres

Familiepark Plaswijckpark
Ringdijk 20
3053 KS Rotterdam
Tel.: 010 - 418 18 36

Link

http://www.plaswijckpark.nl/

 

Dieren

Heeft of heeft gehad: wasberen, ocelots, herten (damhert, axishert, japanse hert), kangoeroes/wallabies, apen, pluimvee (bijzondere soorten kippen, duiven, pauwen, fazanten), korte tijd 4 zeeleeuwen, uitheemse vogelsoorten, vele soorten papagaaien, tropische vissen, watervogels (javaanse loopeenden, bergeenden, flamingo's), karpers (waar je op mocht vissen), koi karpers, zwanen, kalkoenen, vossen, dassen, kraanvogels, bevers, wilde katten, sneeuwuilen, prarie hondjes, reptielen (reptielenhuis), neusberen, alpaca's, prairihondjes, wilde zwijnen, reeen, patagonische hazen, otters, bevers, exotische vogels (oa flamingo's), nandoes, slangen, waterschildpadden, leguanen, tropische vogels (in vrije vlucht voliere)

En meer bekende diersoorten zoals: konijnen, marmotten, geiten, ezel, paarden.

 

Informatie

Kleine dierentuin dat onderdeel is van het recreatiepark (incl. speeltuin en wandelpark) Plaswijckpark
 

Informatie uit: "Plaswijckpark 1923 - 1998, geschiedenis van een Rotterdams recreatiepark", Yvonne Boot, ISBN 90-901 29 40-5, 1999

Het park is opgeicht door C.N.A. (Cornelis Nicolaas Abraham - roepsnaam Nelis) Loos (geboren 5 november 1863). En het park ontwerp is gemaakt in 1922 door zijn zoon Henk. Loos pachtte van 1918 tot 1921 de theeschenkerij van de societeit van de Rotterdamsche diergaarde.

In 1923 had plaswijckpark de volgende dieren: pluimvee (kippen, duiven, pauwen, fazanten), konijnen, apen, kangaroes. In juni 1923 werd het park opengesteld voor het publiek. Op 9 september 1923 was de officiele opening. In 1924 werd het park uitgebreid met 12 hectare extra.

Rond 1926 had Loos het plan om de dieren uit te breiden met oa olifanten, leeuwen, tijgers, kamelen, beren, hyena's en slangen. Hij wilde als het ware er een tweede diergaarde van maken. Hij zou daarvoor een contract hebben afgesloten met de bekende dierenhandelaar Hermann Ruhe uit Gelsenkirchen (levert rond die zelfde tijd aan diverse andere parken in Nederland). En in 1927 legde Loos dan ook een rotsplateau aan voor de geplande leeuwengroep. Het is onduidelijk waarom de genoemde "bijzondere" dieren nooit zijn aangekomen (open issue). Uiteindelijk liepen de bokken op het rotsplateau. In 1928 had het park meer dan 200 dieren. Na 1927 was de focus niet meer op uitbreiding van het aantal diersoorten.

In 1934 werd er een museum opgericht in het park met ondermeer een olifantenscheden en opgezette dieren (waaronder een gorilla). En op 26 mei 1928 was er een feestelijke opening van een aantal nieuwe dierenverblijven. Het park krijgt in de tijd 1927 - 1937 subsidie van de gemeente. In 1937 wordt het park verkocht aan de gemeente voor 75,000 gulden. Het park wordt vanaf dan "stichting Plaswijckpark".  De randen van het park worden verkocht als bouwgrond. Na de overdracht besloot het bestuur om het aantal dieren in het dierenpark verder te laten krimpen. Alle 21 bokken, 45 konijnen, 70 kippen en de enige ezel, het meerdendeel van de zwanen en kalkoenen werden verkocht. De apen, tropische vissen, en pluimvee kregen nieuwe verblijven. De tropische vogels kwamen in het oude apenhuis. Het hertenhuis, apenhuis en vogelhuis werden ontworpen door de Rotterdamse architect H.P.J. de Vries. En de heropening van het park vindt plaats op 4 juni 1938.

In oktober 1939 moet het bestuur van het Rijksbureau Voedselvoorziening in oorlogstijd het aantal dieren reduceren. Zo worden de 30 apen teruggebracht tot 14.

Loos overleidt op 27 mei 1942.

Nadat in 1953 drie apen in korte tijd overleiden trekt het park de conclusie dat het voeren van de apen te ver gaat. Echter het bestuur vindt voeren van apen een grote attractie en wil deze behouden.

Op 13 juli 1954 worden nieuwe dierenverblijven geopend, waaronder 2 hertenkampen (met voorlopig ponies) en een vijver voor watervogels. Dieren bleven een publiekstrekker. Dus werd de levende have geleidelijk uitgebreid. En in 1961 zijn er, na afwezigheid van enkele tientallen jaren, weer kangaroes.

In 1969 werden verschillende ideeen bedacht om het bezoekersaantal weer omhoog te krijgen. Een van de ideeen was om het park uit te breiden met een dolfinarium, deze is echter nooit gereleaseerd. Op 20 september 1969 schrijft het Algemeen Dagblad een artikel over "dierentuinen op apegaaien" (artikel niet gevonden, open issue). In de jaren 70 wordt geconstateerd dat de kangaroes "weg-kwijnen" tgv een veel te vochtig onderkomen. Eind 1975 is er inmiddels een zeer groot tekort en moet mogelijk het park sluiten (failliet worden verklaard) per 1 januari 1976. Het park wordt op het nippertje gered door een subsidie van de gemeente. Hoewel het officiele besluit pas op 26 mei 1977 wordt genomen, ontvangt het park een voorschot in december 1975.

Na 1976 komen er weer nieuwe dieren in het park. Tussen 1976-1980 zijn er aftastende contacten met Blijdorp, die leveren oa neusberen en vossen. En worden schenkingen van dieren door particulieren nauwelijks meer aanvaard. Dieren worden nu aangekocht, waaronder: alpaca's, prairihondjes, wilde zwijnen, reeen, patagonische hazen, otters, bevers, exotische vogels (oa flamingo's), en nandoes.

In 1977 wordt er een aapje geboren, wat in die tijd bijzonder is.

In 1978 wordt de stichting vrienden van Plaswijckpark opgericht. Zij dragen oa bij aan de aanschaf van nieuwe dieren zoals kangaroes en papegaaien.

In 1981 richtten leden van Terrarium vereniging Lacerta het ronde huisje aan de noordzijde in voor slangen, waterschildpadden en leguanen.

Tussen 1982 en 1986 is er ook een manege geweest.

In 1997 kwam er een vrije vlucht voliere met diverse tropische vogels. Deze kwam op de plaats van de oude doolhof.

In de zomer van 1999 verhuisde de hoofdingang en kassa naar de andere kant van het park.

Dit boek bevat diverse plattegronden (over de jaren heen)

 

 

Informatie afkomtig van http://www.plaswijckpark.nl/:

Plaswijckpark kent een lange historie. Sinds haar oprichting in 1923 als Theetuin in Hillegersberg is het park via allerlei wegen uitgegroeit tot het gewaardeerde Familiepark anno 2006. In de dierentuin van Familiepark Plaswijckpark kom je van alles tegen: van Europese lynxen tot Australische wallabies en van Afrikaanse halfapen tot Zuid-Amerikaanse alpaca’s!

In de dierentuin van Plaswijckpark wordt hard gewerkt om de kwaliteit van leven voor de dieren steeds weer te verbeteren. Zo zijn de laatste jaren meerdere dierverblijven op de schop gegaan om ze nog beter geschikt te maken voor hun bewoners. Zo werd in 2003 het Kattenhuis geopend met prachtige, ruime verblijven voor Europese wilde katten, lynxen en dwergotters. Zij voelen zich helemaal thuis in hun natuurlijk ingerichte buitenverblijven. De vrolijke dwergotters zijn altijd in voor een geintje en spelen volop in de grote vijvers van hun verblijf!

In de zomer van 2004 verrees de nieuwe AustraliëWeide voor Tasmaanse Bennett's wallabies en zwarte zwanen bij de ingang van de dierentuin. De mascottes van het Familiepark genieten van hun grote buitenverblijf, waar ze naar hartelust rond kunnen springen.

In 2005 werden de nieuwe Fazanterie in gebruik genomen. De volières bieden plaats aan verschillende Europese vogelsoorten. Dit gebouw is een precieze replica van de originele Fazanterie uit 1938.
 

 

Informatie afkomtig van http://www.plaswijckpark.nl/overplaswijckpark/

Al sinds 1923 is Plaswijckpark gevestigd in Hillegersberg-Schiebroek. De Rotterdamse horeca-ondernemer C. N. A. Loos, die Plaswijckpark oprichtte, was een pionier in de recreatiesector. In 1922 begon hij met de aanleg van zijn nieuwe, grootschalige recreatieproject langs de Bergse Achterplas: het Plaswijckpark. Tot halverwege de jaren dertig ontwikkelde de energieke Loos zijn park stapsgewijs tot een veelzijdig recreatieoord. Het stond al snel bekend als ‘het aards paradijs’ en trok honderdduizenden bezoekers per jaar. Veelal waren dat Rotterdammers met een smalle beurs. Daarnaast functioneerde Plaswijckpark voor veel inwoners van Hillegersberg als buurtpark.

Plaswijckpark bestond destijds uit wandeltuinen, een speeltuin voor kinderen met een draaimolen, een glijbaan en een doolhof met lachspiegels. Ook vond je er kooien voor vogels en apen, een Chinees theehuis en attracties zoals een tennispark, een hoge uitkijktoren en een ponywagen.

Halverwege de jaren dertig werd het voortbestaan bedreigd, doordat dhr. Loos in financiële moeilijkheden raakte. De kosten voor het steeds uitgebreidere park werden langzamerhand te zwaar voor particulier Loos. Het resulteerde in de verkoop van het park aan Stichting Plaswijckpark. Nog altijd behoort Plaswijckpark tot deze zelfde stichting.

Stichting Plaswijckpark heeft altijd het gedachtegoed van dhr. Loos vastgehouden en het park in de loop der jaren uitgebreid. In 1961 werd het dierengedeelte bijvoorbeeld uitgebreid met een kangoeroeweide. Toen de stichting in 1962 haar 25-jarig jubileum vierde heeft het gemeentebestuur van Rotterdam Plaswijckpark een bronzen kangoeroebeeld cadeau gegeven. Dit beeld vind je nog altijd aan de ingang van het park.

In 1975 werd het voortbestaan van Plaswijckpark voor een tweede maal bedreigd. Door de toegenomen welvaart nam het vervoer per auto een speurt en er bleek een toename van concurrerende buitenrecreatie. De dreigende sluiting werd voorkomen door het toekennen van een structurele jaarlijkse subsidie van de gemeente Rotterdam.

Anno 2013 heeft Plaswijckpark een mooie grote binnenspeeltuin kunnen toevoegen aan haar attractie-aanbod, waardoor het park nu ook in de winterperiode en met slecht weer aantrekkelijk is. Plaswijckpark heeft dit mede kunnen realiseren door een eenmalige investeringssubsidie vanuit de gemeente Rotterdam, hiermee is een einde gekomen aan de jaarlijkse subsidie die het park kreeg.

 


 

last updated: 04-09-2017