home button

Hortus Leiden - Menagerie

 

Adres

Leiden

 

Link

 

Informatie

Er was een dierentuin in de Botanische tuin (Hortus) van Leiden tussen 1817 - 1819. Er waren grote plannen met allerlei dieren, maar die zijn nooit helemaal uitgevoerd. Wel hebben er in de genoemde tijd enkele dieren geleefd.

 

http://www.mareonline.nl/arx/lustrum/25.html:

Wij tekenen Leiden 23 mei 1819. De ontmoeting in een zonovergoten Hortus Botanicus is gehaast en chaotisch. Bezweet en met een schop in de hand komt Brugmans uit de academietuin gebeend. De professor heeft het druk, zoals altijd. Na de enorme uitbreiding van het terrein is de reorganisatie van de hortus in volle gang. Ook is hij druk bezig met de inrichting van het Kabinet van Natuurlijke Historie in het voormalige hof van Zessen. (...)  De ogen van de gemoedelijke Fries gaan twinkelen als hij uitkijkt over ‘zijn’ academietuin. ‘Ik heb grote plannen. Voor de oranjerie wil ik een grote winterkas bouwen speciaal voor hoge tropische bomen. Verderop zijn we bezig met de aanleg van een menagerie of dierentuin, naar het voorbeeld van de Jardin des Plantes in Parijs. Er staan al twee Afrikaanse schapen, een bizon met kalf, wat kangoeroes, twee tijgerleeuwen en in Batavia heeft de Gouverneur-generaal een olifant klaar staan voor verscheping.’

 

Catalogus getiteld 'Het vergeten fenomeen Sebald J. Brugman' [museum Boerhaave in Leiden, 27 November 2001], pagina 42:

In september 1817 vatte Brugmans het ambitieuze plan om - naar het voorbeeld van steden als Parijs en Wenen 'eene Menagerie of diergaarde van levende dieren' in de hortus te stichten. 'Het zal niet noodig zijn het nut van zoodanige verzameling te betogen', schreef hij de curatoren van de universiteit, 'zij bevordert de beoefening van de Natuurlijke Historie in het algemeen, is de voorraadschuur voor het Koninklijk Museum [van Natuurlijke Historie]. en levert gedurig voorwerpen voor de vergelijkende ontleedkunde, op welke alleen de solide dierkunde gebouwd is en waarin de Physiologie van het Menschelijk ligchaam, zoo schoon wordt toegelicht.' In het plan dat hij het universiteitsbestuur toestuurde, rekende Brugmans op 170 dieren. waaronder '4 groote vleesch-eetende dieren, 4 groote broodeeten dieren, Zwarte beer en dergelijken, 4 groote herkaauwende dieren als buffels en 10 dito kleindere als schapen en kangaroes'. Ook wilde hij 12 apen, 20 kleinere dieren zoals konijnen en een stuk of 100 water-, roof- en zangvogels. De curatoren waren zeer geïnteresseerd in het plan. Korte tijd hebben er inderdaad levende dieren in de hortus gestaan, toch is de diergaarde nooit echt van de grond gekomen. De hoge jaarlijkse kosten en Brugmans' plotselinge dood, maakten een einde aan het plan. Op 18juli 1819 voelde hij zich plotseling niet lekker nadat hij tot laat in de avond in de hortus had gewerkt. In der haast aangerukte medicijnen mochten niet meer baten. Vier dagen lag hij ziek op bed, tot hij op 22juli op 56-jarige leeftijd overleed.

Data afkomstig van Hendrik Engel's alphabetical list of Dutch zoological cabinets and menageries [907]

 Living and stuffed animals were also kept during a certain time in the Botanical Garden of the University. The Botanical Garden was founded in 1587. In 1600 the "Ambulacrum" was added. In 1685 and in 1736 the garden was enlarged by Brugmans. {many reference in this book, not copied here}

last updated: 09-June-2018