Menagerie van David van Mollem - Buitenplaats Zijdebalen
Adres
Link
Informatie
"Hendrik Engel's Alphabetical List of Dutch Zoological Cabinets and Menageries", nr 1058: Old fashioned menagerie
Volgens het boek van "Hendrik Engel's Alphabetical List of Dutch Zoological Cabinets and Menageries" was er een Menagerie in Zijdebalen. Deze was opgericht in 1720 en gesloten voor 1883. Hij werd aangeduid als een "ouderwetse menagerie vlakbij de zijdefabriek". De oprichter is David van Mollem (1670 - 1746).
Er zouden (minimaal) twee beschrijvingen zijn:
1. Een dagboek: Memoir os John Evelyn, comprising his diary from 1641 to 1705" Ed. by W. Bray. London
2. Oud-hollandsche tuinen, A. Bienfait 1943, p1. p. 251-256, figuren op p 291-296
(beide nog niet gezocht)
Doopsgezinde bijdragen - Nieuwe reeks 24 (1998):
Het meest beroemde voorbeeld is echter wel de buitenplaats Zijde balen bij Utrecht, van de doopsgezinde zijdefabrikant David van Mollem (1670-1746). Kosten noch moei-te werden door hem gespaard om een lusthof van weliswaar beperkte omvang, maar grote allure te scheppen. Het resultaat was zo indrukwekkend dat talloze binnen-en buitenlandse nieuwsgierigen Zijdebalen aandeden, zo ook de Russi-sche tsaar Peter de Grote.
Verhaal over van Mollem (http://home.wxs.nl/~grohner/mollem.html):
De bezoekers kwamen niet alleen voor de fabriek, maar ook voor de bijbehorende buitenplaats, die net zo beroemd geworden was. De door Jacob van Mollem aangelegde tuin was door David in de loop van de jaren uitgebreid tot een ware "lusthof", een paradijs op aarde. Door verschillende aankopen4 ontstond een langgerekt terrein, dat zich uitstrekte vanaf het huis tot ongeveer de plaats waar nu de Zilvergeldstraat te vinden is. De lange allee liep zelfs door tot aan de tegenwoordige 2e Daalsedijk. De tuin was aangelegd volgens de in die tijd gebruikelijke geometrische stijl. Van Mollem werd beïnvloed door Franse en Italiaanse tuinarchitecten; hij verfraaide de tuin niet alleen met bloemen, planten en sierlijke hagen, maar ook met vijvers, fonteinen, watervallen, beeldhouwwerken en allerlei verrassende bouwsels. Zo waren er twee "grotten", de ene versierd met schelpen en spiegels, de andere met mineralen. Er was ook een "perspectief", dat een prachtig doorkijkje bood. In een oranjerie werden uitheemse gewassen gekweekt. Verder waren in de tuin onder meer een menagerie, een speelhuis, een labyrint, een triomfboog en een openluchttheater met beschilderde decorstukken te vinden. De bezoekers waren zeer onder de indruk. De Engelsman R. Poole vond het zelfs "the most curious place" die hij in deze streken had gezien5. (...) Alle kunstwerken uit het huis en de tuin werden in februari 1819 voor weinig geld geveild.
4. GAU, Losse aanwinsten, inv.nrs. 115-144.
5. GAU, Historisch werkmateriaal, inv.nr. 565, nr. 73.
Internet:
Kranten:
last updated: 12-06-2018