Henri Martin
Adres
Rotterdam ?
Link
Informatie
Data afkomstig van http://www.bertsgeschiedenissite.nl/nieuwe%20geschiedenis/19e%20eeuw/kermis.html
Het was gewoon een sensatie om leeuwen, olifanten, apen, struisvogels de stad te zien
binnen komen. De menagerieën op de kermis werden zeer aanbevolen door onderwijzers
en ouders om zo hun kinderen aanschouwelijk les te geven in de natuurlijke historie.
Er waren ook dieren te zien die allerlei kunstjes hadden geleerd, zoals een sprekend
paard, een schietende haas, een hondje dat kon rekenen of dieren die mismaakt waren (zoals
een opgezet kalf met twee koppen of een paard met drie benen dat nog steeds liep).
Niet één kermisexploitant ging ooit zelf op safari. Meestal kocht hij of kreeg hij de beesten uit particuliere menagerieën, bijv. van het koninklijk huis. De twee grootste Nederlandse kermismenagerieën, van de heren Martin en Van Aken, hielden respectievelijk in 1831 en 1839 op te bestaan. Henri Martin wordt de eerste directeur van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam. Cornelis van Aken verkocht voor 34.000 gulden zijn menagerie aan Artis in Amsterdam. Hij werd zelf opzichter. De enige kermisdieren die nog lange tijd op de kermissen te zien waren, waren de vlooien in de vlooientheaters.
Data afkomstig van http://www.vnco.info/deel1.html
Het zou tot ongeveer de helft van de negentiende eeuw duren alvorens de
wildebeestenbedwingers in reizende menagerieën méér deden dan zich hun verscheurende
wilde beesten van het lijf te houden. Twee namen dienen hierbij te worden gememoreerd: de
Amerikaan Van Amburgh en de Fransman Pierre Henri Martin. De laatste was ruiter in een
rondtrekkend paardenspel en sloot zich uiteindelijk aan bij de menagerie van de eerder
genoemde Van Aken. Hij huwde diens dochter en werd evenals Van Amburgh een wereldberoemd
temmer van wilde dieren. Hij trad niet alleen op in de reizende dierentuin van zijn
schoonvader maar ook in grote pantomimes in Londense theaters. Niet langer gold alleen de
onverschrokkenheid van de temmer, maar ook de manier waarop hij er in slaagde de dieren
'kunstjes' bij te brengen. Ze sprongen door een hoepel, ze vleiden zich om hem heen als
een lappendeken, gingen 'voor dood liggen', hij kon ze aaien en bij wijze van grote
uitzondering slaagde hij erin zijn hoofd in de muil van een leeuw te steken.
Uiteindelijk zou Martin zich na zijn carrière vestigen in het Rotterdamse Kralingen en de
eerste directeur worden van de Rotterdamse Diergaarde, de voorloper van de nog steeds
bestaande Diergaarde Blijdorp. Dit feit toont nog eens aan hoe sterk de reizende en
permanente dierentuinen aan elkaar gerelateerd waren in die tijd. Zo zou ook de basis van
de dierentuin Artis in Amsterdam bestaan uit dieren die afkomstig waren van de menagerie
van Van Aken.
Data afkomstig van http://schatkamers.bibliotheek.rotterdam.nl/html/pages/detail.php/rotterdam/dieren/all/memorix::col1:dat104
Levensbeschrijving van Henri Martin (Marseille, 10 jan. 1793 - Rotterdam, 8 april
1882), de eerste direkteur van de Rotterdamse Diergaarde.
Henri Martin 'De Leeuw van Kralingen', was oorspronkelijk kunstrijder in het circus van
Blondin. Door een val van zijn paard kon hij zijn carrière niet voortzetten. Na zijn
huwelijk met de dochter van een menageriehouder belandde hij in de wereld van de dressuur.
Henri Martin wordt beschouwd als de eerste moderne 'dierenleraar'. Hij trouwde op 20 mei
1820 te Leipzig met Cornelia Wilhelmina van Aken, zuster van menageriehouder Herman van
Aken, nadat hij volgens de overlevering een onhandelbare tijger getemd had. Daarop ging
hij zich toeleggen op het trainen van dieren voor het circus, zoals hyena's en leeuwen.
Hij werd wereldberoemd met zijn nummer 'De leeuwen van Mysore', dat hij vertoonde bij
circus Franconi in Parijs. Op 45-jarige leeftijd kon hij gaan rentenieren in Rotterdam.
Hij werd adviseur van Artis dat net opgericht was, en startte met een aantal andere
initiatiefnemers de Rotterdamsche Diergaarde, waarvan hij in 1857 directeur werd. Er werd
een speciale woning voor hem gebouwd op het terrein van de diergaarde. In 1848 was
ondertussen zijn vrouw overleden en in 1850 hertrouwde hij met Francine Louise Schot. Zijn
enige zoon was al in 1826 overleden in Bremen. In 1866 legde Martin zijn directeurschap
neer vanwege onenigheid met sommige bestuursleden en trok hij zich terug als ambteloos
burger in Overschie. Hij behield echter de titel van honorair directeur.
Data afkomstig van Hendrik Engel's alphabetical list of Dutch zoological cabinets and menageries [994]
10 January 1793 Marseille (France) - 1876 or later, overschie, near Rotterdam
In 1820 he was married to Cornelia Wilhelmina van Aken; from 1857 till 1866 he was
Director of the Rotterdam Zoo.
He possessed a menagerie of living animals, such as lions, a tiger, boa constrictor,
crocodil, ibis, ostrich, to show them and to use them at performances in a circus.
He sold his animals to van Aken who in his turn sold them to the
Zool. Gardens Amsterdam in 1838.
last updated: 09-10-2007